Een zijn met iedereen.
Ik ben een van iedereen.
Adem in, ik weet dat ik in adem.
Adem uit, ik weet dat ik uit adem.
In, uit.
Adem in, ik ben mij bewust van mijn lichaam.
Adem uit, ik ben mij bewust van mijn lichaam.
Bewust van mijn lichaam, adem in, adem uit.
Inademend, wordt mijn lichaam kalmer.
Uitademend, word ik rustiger.
Kalm. Rustig.
Adem in, ik ben bewust van het pijn en het lijden in de wereld.
Adem uit, ik antwoord met heling en compassie.
Bewust van pijn en lijden. Antwoorden met heling en compassie.
Adem in, ik erken dat ik een ben van iedereen.
Adem uit, ik erken dat als ik mijzelf help iedereen help.
Een van iedereen. Zorgen voor iedereen. Helpen van iedereen.
Ik blij hier zitten en breng mijn aandacht naar mijn adem.
Adem in, ik erken dat ik een ben van iedereen.
Adem uit, ik erken dat als ik mijzelf help iedereen help.